Mark Kozelek is een verhalenverteller. Zijn liedjes voeren langs zijn familie en vrienden, zijn leven on the road en zijn jeugd. Wie zijn platen kent weet dat hij weinig nodig heeft om die verhalen tot leven te wekken. De nummers op zijn laatste albums worden vaak spaarzaam ondersteund met alleen een akoestische gitaar en hier en daar rustige drums of piano. Live doet hij hier nog een schepje bovenop, of hij haalt er juist nog eentje af, door in zijn eentje het podium te betreden en het hele concert zonder versterking en andere bandleden te spelen.
Vooraf gonst het al door de zaal; Kozeleks reputatie was hem al vooruitgesneld, zou hij in een goede bui zijn of niet? Vorig jaar schold hij al een keer zijn publiek uit voor “fucking hilbillies” en maakte hij ruzie met The War On Drugs. “Hij had zelfs een keer commentaar op de schoenen van iemand op de eerste rij”, wordt er vlakbij nog gezegd.
Als de man dan eenmaal het podium op komt lopen blijkt het allemaal best wel mee te vallen. Kozelek is een wat norsig ogende man, die een gortdroog gevoel voor humor en behoorlijk veel zelfspot blijkt te hebben, en op wat commentaar over een handdoek die maar niet komt na (waar van hem eigenlijk niet over geschreven mocht worden), houdt hij zich netjes. Het publiek in de Hertz zaal van TivoliVredenburg is dan ook wel weer erg stil en respectvol, waardoor Kozelek zich goed lijkt te vermaken.
Hij opent zijn set met een cover van ‘The Weeping Song’ van Nick Cave & The Bad Seeds, opgedragen aan de slachtoffers en nabestaanden van de aanslagen van 11 september, gisteren precies veertien jaar geleden. Het daaropvolgende ‘The Christmas Song’ is een opvallende keuze, maar Kozelek legt uit dat hij nog een koffer met merchandise van zijn tour van eind vorig jaar in Nederland had staan. Die koffer zat nog vol met zijn kersplaat Sings Christmas Carols, die hij toch nog maar even aan de man probeert te brengen.
Met een prachtige a capella versie van ‘Micheline’ duiken we daarna Benji in, Sun Kil Moons meesterwerk van vorig jaar. Dat album is met onder andere ‘Dogs’, een getergde en keiharde versie van ‘Richard Ramirez Died Today Of Natural Causes’, ‘Carissa’ en hoogtepuntje ‘I Watched The Film The Song Remained The Same’ goed vertegenwoordigd.
Het een aantal maanden geleden uitgekomen Universal Themes komt er met het drieluik ‘The Possum’, ‘Ali/Spinks 2’ en ‘This Is My First Day And I’m Indian And I Work At A Gas Station’ wat bekaaider af, al komen de drie nummers samen toch wel aan het halve uur. Dat is ook meteen het probleem met zijn nieuwste album; de dagboekachtige tracks duren te lang en zijn te eenvormig om de aandacht echt vast te houden. Live blijft ditzelfde euvel spelen.
Tijdens de toegift krijgt Kozelek weer ondersteuning van zijn nieuwe maat Jan uit het publiek, die eerder tijdens de show ook al eens de drums mocht bespelen. Met ‘Gustavo’ en ‘The Moderately Talented Yet Attractive Young Woman Vs. The Exceptionally Talented Yet Not So Attractive Middle Aged Man’ behandelt Kozelek nog even twee verzoekjes uit het publiek, voordat we met het fantastische ‘Ceiling Gazing’, net als ‘Gustavo’ afkomstig van Perils From The Sea, een samenwerking met Jimmy LaValle uit 2013, bij het einde zijn aanbeland. Die lichte angst vooraf blijkt trouwens ongegrond, want die Mark Kozelek is zo’n kwaaie nog niet.