Album van de Week – Foo Fighters – Echoes, Silence, Patience & Grace

"We lazen op Billboard dat ons nieuwe album Echoes, Silence, Patience & Grace zou gaan heten. Toen hebben we 'm ook maar zo genoemd." Aldus opper-Foo Fighter Dave Grohl in een recent OOR-interview. Een verder verhaal achter de plaat zei hij dit keer niet te hebben. Op het eerste gehoor klinkt deze zesde Foo Fighters-plaat ook een beetje als een bijeengeraapt zooitje, met weinig nieuws onder de zon. Stevig rockende en ingetogen passages wisselen elkaar zoals gebruikelijk af in de nieuwe songs. Dat was op voorganger In Your Honour nog iets anders, waarop de harde nummers en de sfeervolle ballads apart van elkaar op twee cd's waren gezet.

Zo heftig als de hardste nummers van In Your Honour wordt Echoes, Silence, Patience & Grace geen moment. Wel maakt Dave Grohl in zijn nummers nog graag gebruik van het beproefde recept rustig intro-heftige explosie boordevol breaks. En eerlijk is eerlijk: in de handen van Grohl en zijn makkers verveelt dit recept nog steeds niet en blijft het resultaat smakelijk. Geen andere grote band als Foo Fighters weet na een intiem introotje zo heerlijk explosief van leer te trekken, zoals in sterke single en plaatopener The Pretender bijvoorbeeld.

Dat producer Gil Norton na tien jaar weer met de band werkte, is zeker een goeie zet geweest. Zo kraakhelder als die vorige Foo Fighters-plaat die Norton produceerde, The Colour And The Shape, klinken de Foo Fighters sindsdien niet meer. Ook al zijn het de breaks en de dynamiek die maken dat een nieuwe Foo Fighters-plaat een aangename traktatie blijft, echt goeie liedjes zijn er gelukkig ook nog te bespeuren. En dat zijn verrassend genoeg toch de rustiger, meer melodieuze songs die uit Grohls pen vloeien en waarbij hij voor het eerst de voor zijn verjaardag gekregen piano – over de helft toch nog een nieuwigheidje! - gebruikt. Statues en Home zijn op het einde van de cd wat dat betreft beslist hoogtepuntjes. Dat geldt ook voor de pure popsong Summer's End: het liedje maakt de titel waar: een fijne, relaxte, nog net zomerse popdeun met een pakkend refrein.

Het vreemde, country & western-achtige instrumentaaltje – de eerste op een Foo Fighters-album ooit – The Ballad Of The Beaconsfield Miners is een vreemde eend in de bijt. Grohl schreef het voor twee mijnwerkers die na een ongeluk vastzaten en vroegen om Foo Fighters-muziek om de moed erin te kunnen houden. Best leuk, maar wel erg pretentieloos.

De piano en het miniatuurtje zijn hoe dan ook toch nog voorzichtige aanzetjes tot verbreding van de Foo Fighters-horizon, waardoor de band beslist nog mee kan. Ook omdat Echoes, Silence, Patience & Grace gewoon de zoveelste prima Foo Fighters-plaat is, zonder echter een echte topper te zijn. Daarvoor moeten we zeker tien jaar terug, naar het onstuimige, door Grohl alleen ingespeelde debuut en The Colour And The Shape. Een rondje langs de grote festivals lijkt echter voor 2008 weer veiliggesteld en daar mogen we blij mee zijn.

Lees ook:
- Video: Foo Fighters coveren Arcade Fire
- Video: Foo Fighters – The Pretender
- Nieuwe Foo Fighters uit in september

facebook share facebook share

Geen reacties // Reageer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>