The Music In My Head: geen halleluja-gevoel bij Sinead O’Connor

Stephen Malkmus & The JicksDe eerste avond van het kleinschalige festival The Music In My Head staat in het teken van ervaren, eigenzinnige rotten. Terwijl iedereen buiten zich opmaakt voor een potje EK-voetbal tussen Nederland en Frankrijk, begint in het Paard van Troje de laatste aflevering van TMIMH. Op de eerste avond niet met een vol programma verspreid over drie zalen, maar met drie zeer uiteenlopende acts van naam in de grote zaal: het Duitse The Notwist, Stephen Malkmus & The Jicks (foto) en tot slot 'the Irish destructor' Sinead O'Connor met een ingetogen set.

Het alweer twintig jaar geleden opgerichte The Notwist verricht
in het Paard de aftrap met hun nog altijd vrij unieke mix van indiepop
en warme elektronica. De vijf Duitsers staan in schemerig, paars licht
en beginnen met twee rustige, trage stukken. Dit in combinatie met
stokstijf staande muzikanten maakt het lastig om de nog rumoerige zaal
mee te krijgen, al zijn de liedjes met zware beats mooi en vormen de
warme melodieën en de zachte, wat emotieloze zang van Markus Archer nog
altijd een mooi contrast.

De herpakking volgt gelukkig al snel,
met een steviger uitvoering van Pick Up The Phone van het beste
Notwist-album; Neon Golden. Enthousiaster spelende, bewegende
muzikanten, meer dynamiek en enkele harde uithalen brengen de nodige
spanning in de set, waarin vooral nummers van Neon Golden en het
nieuwe, ook sterke The Devil, You + Me de boventoon voeren. Op een
onverwachte stevige, niet herkende punkuithaal na dan. Ondanks de
opstartproblemen een fraai optreden van de Duitsers, die er aan het
begin van de avond al met de winst vandoor gaan. Dat is vaak met hun
voetballende landgenoten natuurlijk wel anders.

De vlees geworden nonchalance in de vorm van Stephen Malkmus
is de absolute tegenpool van de strakke, elektronische beats en
geluiden van The Notwist. Landerige liedjes, rommelig en los gespeeld
alsof je naar een repetitie staat te kijken, met volop gekte en veel,
veel gesoleer, dat is tegenwoordig het kopje thee van de oud-voorman
van Pavement. Malkmus maakt overigens met een vies gezicht
wegwerpgebaren als de presentator de naam van zijn oude band uitspreekt
bij de aankondiging.

Oude Pavement-liedjes hoeft het publiek dan
ook niet te verwachten. Wel veel werk van het recente album Real
Emotional Trash, waar nogal wat lange, uitgeklede liedjes vol gefreak
op staan. Voor thuis best een sterke plaat, maar live zie je dat
Malkmus nog altijd niet de gitarist is die hij wil zijn met zijn
gepriegel en gezwaai met gitaren. De gitaarheld die hij speelt is hij
niet, en ook zijn Jicks, met vrouwelijke ritmesectie en gitarist,
lijken er soms een eind op los te klooien. Gelukkig klinkt het kwartet
bij vlagen nog een beetje hecht.

En toch is deze nonchalante
manier van spelen, net als bij Pavement ooit, ronduit ontwapenend en
sta je met een grijns toe te kijken. Dat zal ook door de liedjes van
Malkmus komen. Hoewel geen wereldsongs, zitten ze altijd vol genoeg met
gekke ideetjes, een pakkende melodie of een fijne drive, met het
nieuwe, alle kanten opvliegende Baltimore als hoogtepuntje. Alles
blijft derhalve veel te vrijblijvend voor een waar topoptreden, maar
een vermakelijk uurtje is het wel. Mede dankzij Malkmus' humor. Over
Sinead O'Connor: "The Irish destructor is coming." Over Nederland -
Frankrijk: "Oh, It's halftime. Never played during a soccer game
before. Now we're like the Rolling Stones during the Super Bowl." Na de
2-0 voor Oranje in zijn beste Nederlands: "It's tweeii – noel. Tweeii
Noel! Adios France. Doei doei Henri. Dikke lul, gozer!"

Hoe bloedserieus is dan vervolgens de verschijning van Sinead O'Connor op
het podium, uiteraard de hoofdact waar het leeuwendeel van het publiek
voor gekomen is. Want wie kent haar achttien jaar oude monsterhit
Nothing Compares 2 U nu niet? Met de release van dubbelalbum Theology
zit O'Connor tegenwoordig volop in de Here: het album staat vol met
Christelijke traditionals, meestal akoestisch gespeeld en beheerst
gezongen.

Dat is dus ook wat het publiek op TMIMH krijgt:
O'Connor laat geen harde uithalen meer horen zoals twintig jaar geleden
op The Lion and the Cobra (Troy!), maar zingt een reeks ingehouden,
onthaastende liedjes. Die zalvende, ontegenzeggelijk loepzuivere stem
blijft mooi om naar te luisteren, maar dat kan het optreden niet
ontdoen van een zekere gezapigheid. Want hoe lang blijft een reeks
liedjes van rond de vijf minuten, leunend op twee akkoorden boeiend?
Niet lang, merk je ook aan het voortdurende geroezemoes en vertrekkende
mensen in de zaal.

Het wat obligaat gebrachte Nothing Compares 2
U blijft na al die jaren wel een indringend mooi liedje, maar wordt
zonder het benodigde vitriool gezongen. Het wat oudere Big Bunch Of
Junkie Lies even hiervoor raakt wel de juiste toon, maar toch blijft
afloop een verlangen naar een écht krachtig, dynamischer zingende
Sinnead O'Connor hinderlijk hangen, geen halleluja gevoel.

Lees ook:
- The Music In My Head, dag 2: nineties-helden vs. nieuwe neuroten

facebook share facebook share

Geen reacties // Reageer

0 thoughts on “The Music In My Head: geen halleluja-gevoel bij Sinead O’Connor

  1. Pingback: Weet u nog? - Alternative Blog in juni 2008 | Alternative

  2. Pingback: De concerten van 2008 | Alternative

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>