Pukkelpop, dag 1: Maniakale Liars, heersende Battles en Mexicanen

Toegegeven: Ik twijfelde dit jaar lang welk festival ik zou bezoeken: Lowlands of Pukkelpop? Allebei erg plezierige festivals, met grotendeels overeenkomstige line-ups om je vingers bij af te likken. Een voor mij onverwacht snel uitverkocht Lowlands maakte de keuze opeens makkelijk. Een ticket was nog niet in huis en ik had mijn fiches op een perskaart ingezet. Helaas wordt deze blogger door de Lowlands-organisatie blijkbaar nog als gewone sterveling beschouwd. Niet getreurd, dan pak ik detas toch weer in voor het minstens net zo leuke Belgische Pukkelpop, het festival dat ik na twee beredrukke Lowlands-edities in 2000 en 2001 als een verademing ervoer. En waar ik het sindsdien goed toeven vind.

Voor iedereen die op een festival muziek en bandjes kijken als belangrijkste prioriteit heeft, is Pukkelpop wat mij betreft zelfs een beter alternatief voor Lowlands. Er staan simpelweg meer band, extra smaakmakers en spannende nieuwkomers op het program dan in Biddinghuizen. Daarnaast zijn de podia slimmer verspreid over het weidse terrein, zodat er nooit sprake is van ellenlange wandelingen van tent naar hoofdpodium. Ook al staan de podia dichter bij elkaar, ze overstemmen elkaar nooit. Tel daar nog bij op dat Belgen over het algemeen een dankbaarder concertpubliek zijn dan den ‘Ollanders – die zijn er op Pukkelpop ook wel, daar niet van -, en tel als muziekfreak je winst maar uit. Wat kan ons dan gore dixi-plees in plaats van luxere toiletten met stromend water schelen?

Kortom, de stevige schoenen aan en op pad voor dag 1, de donderdag. Met het overzicht van wat er allemaal van uur tot uur gebeurt op de acht muziekpodia binnen handbereik. Driekwart van het programma dat zo'n 170 acts telt, mis je onvermijdelijk. Dus is het zaak een zo efficiënt mogelijke route uit te stippelen.. De Main Stage-opener zorgt niet direct voor een vrolijk, plezierig festivalgevoel. Silversun Pickups uit Los Angeles brengt goed gespeelde, donkere rock in de traditie van Smashing Pumpkins en Pixies. Het kwartet klinkt wat flets en had in een tent stage op een later tijdstip beslist meer potjes kunnen breken. Dankzij debuut Carnavas toch een band om in de gaten te houden.

Gogol BordelloDe eerste in een lááánge reeks van Britse gitaarbandjes dit weekend heet Polytechnic. De vier jongens maken luchtige niks-aan-de-hand-gitaarpop. En inderdaad is er 40 minuten lang niks aan de hand. Hoe anders is dat bij de uitbundige gypsypunkers van Gogol Bordello, die Pukkelpop wel definitief de passende festivalsfeer bezorgen. Ondanks het vroege tijdstip mist de feestmuziek de uitwerking op het publiek niet en is het meteen massaal inhaken en meespringen geblazen. De doorbraak is na zoveel optredens al een feit, Eugene Hutz en zijn bende gaan we de komende jaren nog zat tegenkomen op de zomerfestivals. En dat is bepaald geen straf.

In de Marquee blijven de hoekige liedjes van The Cribs niet hangen. Raakvlakken met Franz Ferdinand zijn er dankzij de riffs volop. Alex Kapranos produceerde zelfs hun jongste plaat. Helaas is ‘veertien in een dozijn' het gevoel dat zich opdringt en dat is temidden van zoveel bands op één festival een dodelijke kwalificatie. Alles behalve gewoontjes is de bezeten, dwarse show van de New Yorkse Liars. Opzwepende ritmes, heftige noisetapijten, constante dreiging en maniakale gekte zorgen voor het eerste hoogtepunt van de dag. Frontman Angus Andrew weet in te strakke, knalblauwe broek de voorste rijen in de ronde Chateau-tent tot waanzin te drijven. Niets minder dan spectaculair.

Aan de Engelse The Pigeon Detectives is dan weer helemaal niets dreigend. Hun catchy, gouden popsongs van topdebuut Wait For Me gaan er in als Vlaamse fritten, maar we hebben branieschopper Mat Bowman en consorten in Nederland wel al eens brutaler en beter op dreef gezien tijdens twee London Calling festivals. Dat is vandaag niet erg: desondanks maken de detectives flink wat nieuwe Belgische vrienden. Daarvan heeft Editors er getuige een ramvol veld voor de Main Stage al heel veel. En terecht: de oude hits van debuut The Back Room (Munich, Fingers in the Factories) en de bombastischer nieuwe songs van opvolger An End Has A Start zijn ijzersterk en spreken qua grote gebaren een flinke massa aan. Ook terwijl de zon volop schijnt en de songs donker van toonzetting zijn. Intussen hoor je dat er een hechte band aan het werk is. Maar kan frontman Tom Smith alsjeblieft wel de zeer theatrale blikken en handgebaren uit het Bono-handboek in de prullenbak mieteren? Editors heeft zulk overtrokken acteerwerk helemaal niet nodig om te overtuigen. Volgend jaar is Editors ongetwijfeld headliner op veel festivals.

Van bombastisch drama naar een uitzinnige, dansbare mengelmoes van stijlen uit Brighton die stijf staat van de energie: welkom bij The Go! Team in de Dance Hall. Het uitroepteken staat niet voor niets achter Go!, zo blijkt. In een rotvaart krijgen we een mix van party en nep tv-tunes, noisegitaren, pop, funk, dance en hiphop voor onze kiezen, met bandleden die als dolblije kleine kinderen in het rond springen. Niets mee dan respect voor de twee volstrekt strak én synchroon meppende drummers. Kom maar op met die nieuwe plaat Group of Youth, uit in september, waarvan de nieuwe tracks nu al naar meer smaken.

John Stanier (Battles) Over goeie drummers gesproken: de griezelig perfecte slagwerker van de dag is zonder twijfel John Stanier van het unieke kwartet Battles. De groep maakt muziek voor doorkauwers: de Club krijgt een onnavolgbare mathrock-set voorgeschoteld, gedragen door de onregelmatige, bespottelijke strak en soepel gespeelde ritmes van Stanier. Intussen blijken niet thuis te brengen geluiden uit gitaren te komen. Klanken waarvan je zou zweren dat het een (bas)gitaar is, zijn weer afkomstig uit de sample-apparatuur van geluidskunstenaar Tyondai Braxton. Je oren en ogen lijken elkaar bedriegen, Battles rommelt met je hoofd. Single Atlas met de machinale supergroove en weirde zang krijgt intussen een wild enthousiast onthaal. Verbluffend optreden, hoogtepunt van de dag.

Het woord virtuoos is ook van toepassing op het Mexicaanse gitaarduo Rodrigo y Gabriela, een van de verrassingen van deze Pukkelpop. Een akoestisch duo in de grote Marquee? Het blijkt een schot in de roos: een opgewonden publiek in een volle tent luistert en kijkt ademloos naar het vingervlugge gitaarwerk. Voor herkenning en meezingmomenten zijn er covers van Pink Floyd en Led Zeppelin. Bij deze twee vergeleken is pak ‘m beet een Jan Akkerman een prutser. Rodrigo en Gabriela zijn intussen zichtbaar dankbaar dat voor het eerst in België zo'n gehoor krijgen. Hartverwarmend.

Net als de zoveelste show van Iggy & The Stooges in de buurt in korte tijd. De ruwe rock van de uitvinders van de punk en klassiekers als 1969, No Fun en I Wanna Be Your Dog blijven opwindend, maar het is onderhand ook wel duidelijk dat we met strak een geregisseerde show te maken hebben. Voordat Iggy Pop zogenaamd spontaan op de monitor duikt, is er net een roadie achter gesprongen om het ding vast te houden. En natuurlijk mag het publiek weer en masse op het podium komen op No Fun. Geregisseerde spontaniteit of niet, een Stooges-show is nog steeds een aangename belevenis.

Dat geldt voor vele duizenden springgrage toeschouwers ook voor een Kaiser Chiefs-concert, ook al speelt de op het oog vermoeide band op Pukkelpop slordig. Zeker de drummer heeft een off day. Dankzij hem klinkt Kaiser Chiefs niet fris of swingend, maar ronduit log. Daarbij zijn de meeroepspelletjes ("Come on, sing louder!") van zanger Ricky Wilson op gegeven moment ronduit vermoeiend. De hits van Employment en Yours Truly, Angry Mob zijn misschien onverwoestbaar, maar in zeventig minuten Kaiser Chiefs valt op dat vlakkere albumtracks lang niet aan een massaal meegebruld Oh My God of Ruby kunnen tippen. Eenvormigheid ligt op de loer. Het is eigenlijk tijd dat de Chiefs even pauze nemen ten gunste van de frisheid, maar er komt ook nog een najaarstournee.

Van luchtige Kaiser Chiefs-hits naar de zwaarmoedigheid van Low is een grote stap. Erg vol is de Club dan ook niet voor het trio uit Minnesota. De band geeft ons fraaie bloemlezing uit de acht albums tellende discografie, met als resultaat een dik uur langzame, slepende songs, hemelsmooi gezongen door het echtpaar Alan Sparhawk en Mimi Parker. De meestal verstilde liedjes komen verrassend goed uit de verf in de rumoerige tent. "Fijn dat jullie nog niet in slaap zijn gevallen", zegt Sparhawk al na één nummer. Tegen het einde van deze eerste Pukkelpop-dag stelt het kippenvel zich op in rijen van tien. Terwijl de luchtige, zo niet lege partymuziek van Basement Jaxx aan de overkant al losbarst op de Main Stage, slaat Low ons nog om de horen met een noise-drone van een kwartier in het pikkedonker. Huiveringwekkend spannend. Behoefte aan dance is allang weggeëbd, liever blijf ik nog even hangen in deze donkere sferen. Er staat namelijk een even lange Pukkelpop-vrijdag voor de deur, na deze eerste dag met veel goede tot uitstekende optredens. 

Lees ook:
- Pukkelpop, dag 2: de huiveringwekkende hoogmis van Arcade Fire
- Pukkelpop, dag 3: feest vieren op het einde der tijden

facebook share facebook share

Geen reacties // Reageer

0 thoughts on “Pukkelpop, dag 1: Maniakale Liars, heersende Battles en Mexicanen

  1. Pingback: Rock Werchter 2009: tien acts die je niet mag missen | Alternative

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>